Sp.a-voorzitter Bruno Tobback zou in besloten kringen regelmatig laten horen dat hij zich «geen moer aantrekt van wat Europa komt vertellen». PS-kopstuk Paul Magnette dan weer verkondigde onlangs dat de Europese sociaal-economische aanbevelingen voor België slechts een «inspiratiebron» waren. En ook de populistische manier waarop Kathleen van Brempt twee weken geleden in De Zevende Dag uithaalde naar alles wat van «Europa» komt, doet de wenkbrauwen fronsen. Het is immers ooit anders geweest.
Inderdaad, de tijd dat de socialisten bij de grootste aanhangers van het Europese «project» (zoals dat dan heet) konden gerekend worden, ligt nog niet zó ver achter ons. Meer dan een jaar of vijf–zes hoeven we eigenlijk niet terug te gaan in de tijd om nog resten te vinden van het enthousiasme van de linkerzijde voor de EU. Het was de tijd dat de Europese Unie nog gebruikt kon worden om het migrantenstemrecht in België door te duwen. Het was de tijd dat men hoopte achtergestelde landen te kunnen «ontwikkelen», door via het achterpoortje van één of ander Europees verdrag de mensenrechten abortus en het homo-huwelijk algemeen ingang te doen vinden, en dan liefst van al nog zonder inspraak van de lokale bevolking. De Ierse vrees hiervoor naar aanleiding van het referendum over het Verdrag van Lissabon, door «Europa» weliswaar nadrukkelijk afgewimpeld als paranoia, was wel degelijk gewettigd, want de plannen lagen klaar in de linkse lade. En men was absoluut niet van plan een Iers-katholieke versie van Bruno Tobback de optie te laten zich «geen moer aan te trekken» van wat Europees links hem ging komen vertellen.
Het is dan ook traditioneel rechts, dat vaak nog belang wil hechten aan in een Europese context compleet achterhaalde begrippen als democratie, inspraak en soevereiniteit, dat tot nu toe het verwijt van euroscepticisme naar het hoofd geslingerd kreeg. Zeker, ook aan de linkerzijde liepen er hier en daar wat eurosceptici rond, maar dat beperkte zich voornamelijk tot figuren die het maar niets vonden dat het Europees Parlement nog altijd een verkozen parlement was, en niet één of andere door de nomenklatoera samengestelde raad, waarbij het woord «raad» uiteraard in de eerste plaats als een vertaling van het Russische woord sovjet (совет) gezien diende te worden. Wie tot nog toe het woord eurosceptisch uitsprak, zei dus vooral ook rechts, bekrompen, anti-sociaal, eng-nationalitisch en proto-fascistisch, en bijvoorbeeld nadrukkelijk niet links, progressief of sociaal-democratisch.
Aan de Europese natte droom van links kwam echter geleidelijk aan een einde naarmate in de lidstaten de ene socialistische regering na de andere vervangen werd door een conservatieve regering. Gedaan met de hoop op een Europese sociale zekerheid die zou kunnen zorgen voor uitkeringen op Scandinavisch niveau gekoppeld aan regels toegepast op Mediterrane leest. Bovendien zorgt de recente financiële crisis ervoor dat er nog maar weinig tijd overblijft voor fetisjen als euthanasie en homo-adoptie, toch ook twee fundamentele mensenrechten in de linkse bijbel. Nu de conservatieven meer en meer de plak zwaaien in Europa, en de economische realiteit het gulle uitkerings- en overheidstewerkstellingsbeleid van een aantal landen heeft ingehaald, is de ster van de Europese Unie bij links sterk gedaald, om niet te zeggen dat het woord «Europa» er bijna synoniem is geworden voor het scheldwoord «neo-liberaal». En dat wil al wat zeggen.
De links-populistische onzin die sommige socialistische kopstukken echter uitslaan, is soms echt niet te harden. Zo was er bijvoorbeeld Kathleen van Brempt, die in De Zevende Dag beweerde dat de Grieken toch zelf niet schuldig zouden zijn aan de huidige Griekse schuldencrisis, en er daarom ook niet het slachtoffer van mogen worden. Toch een gedurfde stelling, want het zou betekenen dat alleen maar immigranten geprofiteerd zouden hebben van de pensioenen van overleden Grieken. Of overleden immigranten. Alsof de Griekse bevolking ook de opeenvolgende sjoemelende regeringen opgelegd gekregen heeft door Europa. Alsof het geen Grieken waren die loon uitbetaald kregen voor overheidsbaantjes waar ze zich nooit lieten zien, of zich zelfs niet hoefden te laten zien. En alsof het geen Grieken waren die zich prompt organiseerden om al hun vernuft aan te wenden om te kunnen ontkomen aan elke vorm van extra belasting dan ook, ja zich zelfs met grote woede verzetten tegen een poging van de Griekse overheid om al jarenoude belastingen nu ook effectief te gaan innen.
Wat bovendien opviel: als Kathleen van Brempt op één ding erg gebrand was, dan toch wel op het vreselijke feit dat de Duitsers – die uiteindelijk toch de Griekse, Italiaanse en Spaanse putten zullen moeten dempen – niet zomaar bereid zijn hun portemonnee volledig open te trekken. Ja, stel je dat voor, in volkomen tegenstelling dus tot de Vlamingen, die jaarlijks zonder veel morren meer dan tien miljard euro lammeren aan de Franstaligen, vooral dan nog omdat ze het vaak niet eens weten. De Duitse regering bedankt daar echter voor, en is niet bereid zomaar en stoemelings een gigantische Europese geldstroom van Noord naar Zuid op te zetten. Van een vertegenwoordigster van de sp.a, zowat dé behoeder in Vlaanderen van de belangen van de PS en dus hevig voorstander van het instandhouden van die continue aderlating, mag die verwondering misschien niet verwonderen, maar je blijft toch je oren uitwrijven van het virulente anti-Duitse discours waar de politica maar op bleef terugkomen.
Over Duitsland gesproken: een fiscale unie zal de Duitse belastingbetaler niet kunnen redden. Integendeel zelfs, het zou dé ultieme, geïnstitutionaliseerde en daarmee ook permanente aderlating voor de Duitse middenklasse betekenen. Het zou dan ook goed zijn als de Duitse bondskanselier Angela Merkel, en met haar de CDU, CSU en FDP, de financiële mechanismen binnen dat kleine landje, dat ze af en toe genoodzaakt is ambtshalve te bezoeken, eens wat nauwkeuriger onder de loep zou nemen. Want als België Europa iets kan leren, dan wel dat eengemaakte fiscale regeltjes absoluut niets te betekenen hebben zolang iedereen de vrijheid behoudt die regeltjes zelf naar eigen goeddunken toe te passen.
Laat ze dus maar een Europese fiscale unie opzetten: zolang de Grieken zélf hun belastingen zullen mogen innen (of werklozen schorsen, om maar iets te zeggen) laat het zich gemakkelijk raden waar de regeltjes wél strikt toegepast zullen worden, en waar niet. Je kan er trouwens nu al gif op innemen dat in zo'n fiscale unie de belastingopbrengsten in Griekenland het eerste jaar meteen een pak naar beneden zouden gaan, om nooit meer te stijgen. Ik neem aan dat de lezer daar zelfs geen tekeningetje bij nodig heeft. Als het er echter toch ooit van komt, verdient alvast Europees keizer Herman van Rompuy zonder twijfel dat in elke Griekse, Italiaanse en Spaanse stad het grootste plein of de grootste boulevard naar hem vernoemd wordt, met uiteraard een meer dan levensgroot standbeeld. De rekening zal toch elders betaald worden.
Hoe dan ook: de liefde voor Europa staat voorlopig op een laag pitje, nu links zijn grootse plannen voor het Europese «project» noodgedwongen in de koelkast heeft moeten zetten. Europa afwimpelen als niet meer dan een «inspiratiebron», zoals Paul Magnette deed, is daarbij zelfs nog één van de mildste uitspraken over de Europese Unie die we de laatste tijd in linkse hoek te horen hebben gekregen. Bruno Tobback zingt natuurlijk zoals zijn vader gebekt is, maar dat iemand als een Europees Parlementslid Kathleen van Brempt zich verlaagt tot de meeste onzinnige plat links-populistische praat is toch een teken aan de wand. Drie jaar duurt de financiële crisis ondertussen toch al, en nog steeds hebben de socialistische partijen, vastgeroest als ze zitten in de twintigste eeuw, er geen zinnig antwoord op gevonden. En dat ondanks die morele en intellectuele superioriteit waar ze anders toch zo prat op gaan. Vandaar het links-populistische taaltje, nu ook overgoten met een neo-eurosceptisch sausje, want de socialistische keizers van weleer staan allemaal lelijk in hun blootje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten