Als de huidige formatiepoging al iets aangetoond heeft, dan wel dat formateur Elio di Rupo er een ietwat speciale leidersstijl op nahoudt. Hoewel hij geen deel uitmaakt van de regering–Leterme II, bestond er weinig twijfel over dat hij de man was die achter de schermen de touwtjes stevig in handen hield. Maar nu hij zelf de leiding moet nemen slaagt hij er niet in zijn reflexen als intrigant achter zich te laten.
Aan de vaststelling dat Elio di Rupo een komediant is, hoeven we niet veel woorden vuil te maken. Wie de persconferentie gezien heeft waar hij de ondertussen beruchte «Comment est-ce qu'il ose?» uitsprak over de nota–De Wever weet immers genoeg. In dat opzicht is Elio di Rupo niet meteen de meest geschikte man om alle clichés over Italianen of homo's als ijdeltuiten en drama queens naar de vuilnisbelt te verwijzen. Dat hij die gewoonte niet meteen van zich zou afwerpen werd niet verwacht, omdat deze trek te fundamenteel is voor Elio di Rupos persoonlijkheid. Uiteindelijk is dit ook niet van zo groot belang voor het komende regeerakkoord of het beleid van de toekomstige regering–Di Rupo I. Ik betwijfel echter wel of dit een stijl is die in Vlaanderen lang in goede aarde zal blijven vallen, als ze dat al ooit gedaan heeft. De dag dat de modale Vlaming er finaal zijn buik van vol krijgt zal Bart de Wever massaal kunnen oogsten.
Opmerkelijker is echter dat hij, nu hij formateur is, gebruik blijft maken van intriges allerhande om in de «Wetstraat 16» te raken. In de plaats daarvan zou hij immers ook kunnen kiezen voor de directe onderhandelingen, voorstellen doen en af en toe zijn wil proberen doordrukken om tot een resultaat te komen. De klacht die al lang meegaat is echter dat Elio di Rupo zich niet wil «smijten», waardoor de onderhandelingen tot in het oneindige blijven aanslepen. Veel tastbaar bewijs hebben we daar als kiezer natuurlijk niet voor, behalve dan dat deze formatie nu al een eeuwigheid duurt. Verder is er nog de manier waarop enkele sleutelmomenten voor deze onderhandelingen tot stand zijn gekomen.
Zo zijn er bijvoorbeeld de liberalen van Open Vld en MR. Eerst mochten ze er niet bij, om uiteindelijk toch te mogen deelnemen aan de gesprekken over de staatshervorming. Het was echter formateur Elio di Rupo niet die hen ten lange leste uitnodigde, maar wel N-VA-partijvoorzitter Bart de Wever. (Achteraf gezien bijzonder ironisch natuurlijk, want precies daardoor kon de N-VA uiteindelijk uit de onderhandelingen geloosd worden, en was het bovendien de Open Vld die als eerste de N-VA als een baksteen liet vallen.) Bovendien moest er eerst nog een rondje komedie met de koning opgevoerd worden vóór de liberalen ook echt mee aan de onderhandelingstafel mochten aanzitten. Officieel «onderging» Elio di Rupo die beslissing, en had hij hen eigenlijk liever niet aan tafel gezien.
Op een gelijkaardige manier verdween de N-VA van de onderhandelingstafel. Officieel had hij hen er liefst bij gehouden, maar wat kon hij eraan doen dat zij zijn uiterst evenwichtige en alleen maar te goeder trouw geschreven nota zomaar pardoes verwierpen? Het zal je als formateur inderdaad maar overkomen! Van een herkansing voor de N-VA kon echter geen sprake zijn – daarvoor was de regeringsvorming natuurlijk te dringend.
Vervolgens was er dan de beruchte donderpreek van koning Albert II de Boze, waarin de vorst een regering hic et nunc eiste, om de volgende dag reeds de onderhandelaars tot maar liefst drie weken vakantie te verplichten. Opnieuw zat er de formateur niets anders op dan de beslissing van een ander te ondergaan, waarna hij gezwind zijn koffers pakte om in Italië weer een beetje bij te kunnen bruinen.
Ei zo na werd aan die drie weken vorstelijk verplichte vakantie nog een vierde week toegevoegd, omdat CD&V-voorzitter Wouter Beke zo dom was geweest een jaar eerder al zijn vakantie een beetje ongelukkig te plannen. Opnieuw een geval van overmacht voor de formateur, zo leek het, tot Wouter Beke de bal terugkaatste en liet weten dat hij dichtbij een TGV-station logeerde, en dus altijd beschikbaar was om snel over en weer te reizen naar Brussel voor een vergadering. Exit vierde week vakantie dus, en Elio di Rupo was bijna betrapt op een beslissing.
Volgend wapenfeit waar Elio di Rupo voor niets tussen zat: het vertrek van de groenen van de onderhandelingstafel eens het luik van de staatshervorming afgerond was. Opnieuwe had de formateur zowel Groen! als Ecolo er liever wel bij gehad in de komende regering, maar Open Vld en in mindere mate ook CD&V hadden nu eenmaal een veto gesteld tegen Groen!, en Ecolo was niet bereid in een regering te stappen zonder hun fractiegenoten uit het Noorden.
Als we het dus allemaal moeten geloven zullen maar liefst drie van de negen partijen die in aanmerking kwamen om deel te nemen aan de volgende federale regering in de oppositie zitten (N-VA, Ecolo en Groen!). Twee anderen waren niet gewenst (MR en Open Vld), maar nemen nu toch deel aan de gesprekken, zij het met de nuance dat één van hen ondertussen met een afscheiding te maken kreeg (FDF). Slechts vier van de negen partijen waren echt gewenst (PS, CD&V, sp.a en cdH), en konden ook aan boord blijven. In aantal kamerleden uitgedrukt betekent dit dat 40 afwezige gewenste kamerleden uitgewisseld werden met 28 ongewenste aanwezigen, terwijl een kern van 65 gewenste aanwezigen behouden werd. Je vraagt je af waar die man feitelijk mee bezig is, want wie de optelsom maakt zal merken dat het aantal afwezigen en ongewensten groter is dan het aantal gewenste aanwezigen. En dat allemaal dus zogezegd buiten zijn wil om!
Een nieuw staaltje van hoe Elio di Rupo liefst elke verantwoordelijkheid van zich afschuift zonder echter de controle te willen verliezen, kregen we deze week te zien. Toen MR-voorzitter Charles Michel op de proppen kwam met zijn eis dat de gewesten en de gemeenschappen een grotere begrotingsinspanning moesten leveren, produceerde Elio di Rupo prompt… twee sets met handpoppen. Het ene setje is beter bekend onder de naam Hoge Raad van Financiën (HRF), en werd eigenlijk gevraagd een nieuwe kopie van een rapport van enkele maanden geleden te maken. Zuiver tijdverdrijf dus, want Elio di Rupo had net zo goed aan Charles Michel kunnen zeggen dat hij gewoon vast zou houden aan het vorige rapport, tenzij Charles Michel goede redenen op tafel zou kunnen leggen om dat niet te doen.
Het tweede setje handpoppen van Elio di Rupo bestond uit het drietal gewestelijke minister-presidenten dat ons landje telt. Twee daarvan, met name de Brusselse minister-president Charles Picqué en zijn Waalse collega Rudy Demotte, zijn van PS-signatuur, en staan bovendien aan het hoofd van twee gewesten die eerder bekend staan om hun chronisch geldgebrek dan hun besparingsijver. De derde minister-president, Kris Peeters, zou wel een inspanning kunnen leveren, was het niet dat hij zich onsterfelijk belachelijk zou maken als hij op het eenvoudige signaal van Charles Michel de Vlaamse buiksriem nog eens zou aanhalen. Zoiets zou geheid voor gerommel binnen de Vlaamse regering zorgen, nog afgezien van het feit dat het ook in zijn voordeel is als de milde sinterklaaspolitiek van volgend jaar ongestoord door zal kunnen gaan zoals reeds jaren geleden gepland. Of toch als hij graag in 2014 herkozen zou willen raken.
Het liet zich dan ook raden dat tweemaal tot dezelfde conclusie werd gekomen: de federale overheid zal zelf de bijdrage moeten leveren die ze moet leveren. Dat stond natuurlijk al van in het begin vast, alleen werd er nog maar eens een week tijd verloren om die dringend noodzakelijke –zegt men toch– federale regering te vormen. Charles Michel kan men echter niet verwijten dat hij voor zijn partijbelangen opkwam, hoe doorzichtig het spelletje dat hij speelde ook was. Dit tijdverlies kan slechts op één iemands conto geschreven worden, en wel dat van Elio di Rupo. In plaats van een stukje dubbel poppenkast op te zetten, had hij Charles Michel onmiddellijk kunnen vertellen waar het op stond. Zich even profileren mag, maar men moet ernstig blijven. En als Charles Michel met dat antwoord geen vrede had kunnen nemen, had hij het bericht moeten krijgen dat hij zich altijd nog naar hartenlust mocht gaan profileren in de oppositie. Met de groenen op de reservebank is de MR nu ook weer niet zo onmisbaar.
Wat betekent dit voor de toekomst? Allereerst dat men zich bij de N-VA nog gelukkig zal mogen prijzen dat men ontsnapt is aan een deelname aan de komende regering–Di Rupo I. Het is best mogelijk dat Open Vld-voorzitter Alexander de Croo deze zomer de vruchten in de bomen zag hangen, maar ondertussen zal misschien toch al het besef gegroeid zijn dat die druiven toch maar zuur smaken. Ga het maar eens aan je achterban uitleggen dat er alweer geen ruimte was voor één van je partijstandpunten na een nieuw stukje theater van Elio di Rupo. De ene keer wordt er één of andere raad van experten opgevist om het liberaal varkentje te wassen, de andere keer een groepje politici van een ander bestuursniveau om zich met een kluitje in het riet te laten sturen. En als wat verteld wordt Elio di Rupo niet zint, zoals recent nog met de Europese aanbevelingen voor de sanering van de overheidsuitgaven, speelt hij gewoon Oost-Indisch doof of voert hij een nieuw nummertje drama op. Het zal dus al goed zijn als de Open Vld in 2014 de kiesdrempel nog haalt.
Ironisch is het trouwens dat Alexander de Croo de regering–Leterme II liet vallen omdat hij onvoldoende liberale accenten kon leggen. Uiteindelijk zal hij terecht komen in precies dezelfde regering, maar dan wel één aangevuld met de sp.a en aan het hoofd ervan een Waalse socialist. Van een centrum-rechts-linkse regering naar een centrum-links-rechtse regering dus. Het is nu al uitkijken naar welke «strategische» zet Alexander de Croo in 2012 zal doen. We wensen hem in ieder geval nu al veel plezier toe in de regering van komediant-intrigant Elio di Rupo. Of zoals ze in het Engels zeggen: May you live in interesting times…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten