De N-VA van Bart de Wever won overtuigend de verkiezingen van verleden week. De vraag die de komende dagen en weken opgelost dient te worden is echter wat Bart de Wever voor die overwinning koopt: zal hij Vlaanderen na jarenlange stilstand vooruit kunnen helpen, of zal blijken dat zijn ergste vijand – het Vlaams Belang – toch gelijk heeft en dat met de Franstaligen in België eenvoudigweg niet meer samen te werken valt?
Dat de overwinning van N-VA verleden week enorm was, staat buiten kijf. De partij werd de grootste in de federale Kamer, waardoor koning Albert II genoodzaakt was Bart de Wever uit te nodigen voor een gesprek over hoe het nu verder moest. Sindsdien werd Bart de Wever aangesteld tot informateur om een regering op te bouwen rond de as N-VA–PS, vermoedelijk onder leiding van huidig PS-voorzitter Elio di Rupo. Wie zou het enkele jaren geleden hebben durven voorspellen? Noch Bart de Wever, noch Elio di Rupo zouden zulke voorspelling ernstig hebben willen nemen.
Ondertussen wordt met de dag duidelijker hoezeer de N-VA met haar eigen succes worstelt. De problemen begonnen eigenlijk verleden jaar al, toen de partij onverhoopt goed scoorde in de regionale verkiezingen, en warempel op eigen kracht in de Vlaamse regering verzeild raakte. Vóór de verkiezingen klonk het nog dat de partij voorstander was van het toepassen van de Maddens-doctrine in de Vlaamse regering, maar eenmaal de partij deel uitmaakte van die regering, kwam er van die Maddens-doctrine niet veel meer in huis. Blijkbaar was de partij te groot geworden en had ze door haar toetreding tot de Vlaamse regering teveel verantwoordelijkheid op zich genomen om op die harde Vlaamse lijn te blijven staan. Van belangenconflicten was er bijvoorbeeld geen sprake meer – op die enkele dreiging na – ook al trad de federale regering naar slechte oude gewoonte meermaals buiten haar bevoegdheden. Merkwaardig genoeg werd dit kiezersbedrog tijdens de recente verkiezingscampagne de partij niet één keer voor de voeten geworpen, noch door haar politieke tegenstanders, noch door de pers. Men kan zich afvragen hoe dat toch zou komen…
Tijdens die verkiezingscampagne kwam de partij trouwens opnieuw in de problemen. Hoewel het partijprogramma van de N-VA weinig ruimte voor twijfel overlaat, ontkende boegbeeld en nieuwkomer Siegfried Bracke herhaaldelijk en nadrukkelijk dat de partij separatistisch zou zijn. Door de partijleiding werd hij daarover overigens niet één keer teruggefloten. Meer zelfs, hoe verder de peilingen de partij omhoog stuwden, hoe minder ze nog vandoen wou hebben met welk separatistisch discours dan ook, uit schrik middenkiezers af te stoten. Na de Maddens-doctrine moest door het succes van de partij ook het separatisme eraan geloven ten voordele van het confederalisme en de zelfverdamping van België in de Europese Unie.
Toen vervolgens op de verkiezingsavond zelf tot ieders verbazing bleek dat de peilingen het succes van de N-VA niet over- maar onderschat hadden, kwam de partij voor een derde keer met zichzelf in de problemen. Dat partijvoorzitter Bart de Wever inging op de uitnodiging van het Paleis hoefde niet te verbazen, maar dat hij zich als republikein hield aan het zogenaamde colloque singulier was toch wel opmerkelijk. Als er in België één ding in aanmerking komt voor wat verandering – «Nu durven veranderen», nietwaar? – dan toch wel de koninklijke poppenkast in Laken en de manier waarop de politici daarin meespelen. Dat Bart de Wever zich vervolgens laat benoemen tot informateur hoefde ook niet te verbazen, maar ik zal wel niet de enige zijn die toch wat gemengde gevoelens heeft rond het feit dat hij voor rekening van Elio di Rupo rijdt. En dus ook Joëlle Milquet, want de enige andere partij naast de N-VA en de PS die al zeker lijkt te zijn van een toegangsticketje tot de volgende federale regering is inderdaad… de cdH.
In dat verband is de reactie van de Franstalige pers op het eentalige «schoonheidsfoutje» van Bart de Wever best wel interessant. Niet alleen vergat hij op zijn eerste persconferentie als informateur een hele reeks Franstalige journalisten uit te nodigen, bovendien was er van zijn mededeling geen Franse tekst beschikbaar. Je zou verwachten dat de voltallige Franstalige pers moord en brand zouden schreeuwen, maar blijkbaar beseft men ten Zuiden van de taalgrens maar al te goed hoe de zaken in mekaar zitten, en was men bereid het zaakje door de vingers te zien. Want inderdaad, het is niet in Wallonië of Bruxelles dat Bart de Wever zijn taaiste klanten zal vinden om de regering-Di Rupo I aan te verkopen. En kan men dan Bart de Wever afkraken omwille van een taalformaliteit, op hetzelfde moment dat hij in Vlaanderen het bedje probeert te spreiden voor een zo goed als Nederlandsonkundig Franstalig politicus? Wanneer de Franstalige pers mild of vergevingsgezind is tegenover een Vlaams politicus, is het altijd opletten geblazen. Wanneer het over een Vlaams-nationalist gaat, kan dat alleen maar a fortiori gelden.
Want het lijkt er inderdaad sterk op dat na de Maddens-doctrine en het separatisme, nu ook het confederalisme en de verandering in de vuilnisbak van de N-VA zijn beland. De partij kende een te groot succes, en van zodra bleek dat meer dan een kwart van het Vlaamse kiezerskorps wel pap lustte van de verandering die de N-VA beloofd had, werd de verandering onmogelijk. Nederlandsonkundige Franstaligen in de federale regering – ziet iemand daar een grote verandering in? De enige verandering die daar te noteren valt, is dat men tot voor kort aan Franstalige zijde toch nog de schroom had om te willen begrijpen dat op z'n minst de eerste minister een woordje Nederlands zou moeten kennen, maar voor Bart de Wever hoeft dat dus blijkbaar niet. Vermoedelijk vraagt meer dan één N-VA-kiezer zich af of dat nu werkelijk de verandering was waar hij of zij voor gestemd heeft. Als de partij op die ingeslagen weg verder blijft rijden, zou het wel eens kunnen dat de volgende verkiezingscampagne voor het Vlaams Belang net iets gemakkelijker zal lopen dan de vorige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten