Lijst Dedecker stelt zich graag als een salonfähig alternatief voor het Vlaams Belang voor dat nog altijd in een cordon sanitaire gevangen zit. De vraag is echter of Lijst Dedecker niet eerder een rechtse variant van SPIRIT –nu VlaamsProgressieven– is, een vehikel om het grote boegbeeld aan een ministerspost te helpen, geholpen door enkele mindere goden die in zijn slipstream hopen enkele mandaten te kunnen meepikken.
De partij SPIRIT werd, net zoals de N-VA, opgericht na de explosie van de Volksunie in twee grote brokken, en had als boegbeeld Bert Anciaux. Ideologisch had de partij niet bepaald veel kleren om het lijf, wat onder meer al tot uitdrukking kwam in de naamkeuze voor de partij, een backroniem, en hoewel de partij zichzelf een links-liberaal jasje wou aanmeten, is het waarschijnlijk correcter de ideologie te omschrijven als anciauxisme: het was vooral de persoonlijke mening van Bert Anciaux die het partijstandpunt bepaalde. Die laatste had trouwens met de partij vooral één doel klaar voor ogen: ervoor zorgen dat hij zijn ministerportefeuille kon bewaren, wat nog lukte ook, onder meer door een kartel aan te gaan met de sp.a. In 2007 kwam echter de ontnuchtering door de zware verkiezingsnederlaag van het kartel sp.a-SPIRIT, en vandaag heeft de partij zelfs geen vertegenwoordiger meer in de federale Kamer. In april van dit jaar wou de partij door een naamsverandering zichzelf een nieuw elan geven, maar voorlopig ziet het er niet naar uit dat de partij electoraal nog enige rol van betekenis zal kunnen spelen, en is het zeer de vraag of Bert Anciaux na de verkiezingen van 7 juni 2009 wel aan zal kunnen blijven als minister als hij vasthoudt aan de scheidingslijn tussen sp.a en de VlaamsProgressieven.
De ontstaansgeschiedenis van Lijst Dedecker is niet helemaal dezelfde, maar heeft toch enkele punten van overeenkomst. Jean-Marie Dedecker werd na een jarenlange aanslepende ruzie net zoals Hugo Coveliers uit de Open Vld gezet, probeerde zich aan uit te sluiten bij de N-VA maar botste er op het njet van het ACW via kartelpartner CD&V, en zag zich uiteindelijk genoodzaakt een eigen lijst op te richten voor de verkiezingen van 2007. Vlaams Belang had hem graag in zijn rangen opgenomen, desnoods via het achterpoortje van kartelpartner VLOTT of met LDD als derde kartelpartner in een Forza Flandria-constructie, maar daar wou Jean-Marie Dedecker niet van weten. Meer zelfs, na de oprichting van zijn eigen partij ging Jean-Marie Dedecker in de mandatarissenvijver van het Vlaams Belang vissen, en wist onder meer Jurgen Verstrepen aan de haak te slaan, al werden er ook drenkelingen uit andere partijen, zelfs uit de sp.a met Mimount Bousakla, aan boord gehaald. Ideologisch stelt de partij zich rechts-liberaal of libertair op, en gebruikt de slogan «Gezond verstand» om dat te onderstrepen. Wat dat rechts-liberalisme precies inhoudt is niet altijd even duidelijk, maar opvallende elementen zijn de vrijheid van meningsuiting, de afbouw van de staat en reductie en vereenvoudiging van het belastingstelsel. Ethisch stelt de partij zich bijzonder «progressief» op, is ze tegen de strenge rook- en verkeerswetgeving –en sommigen van haar mandatarissen, Jean-Marie Dedecker incluis, nemen zich zelfs regelmatig de vrijheid de bestaande wetgeving aan hun voeten te lappen–, maar in andere dossiers eist de partij dan weer een strengere wetgeving en rechtspraak, en wat corruptiezaken betreft probeert de partij duidelijk haantje-de-voorste te zijn.
Idelogisch staat de partij er dus nog niet, en vaak heeft men de indruk dat, net zoals de ideologie van SPIRIT best omschreven kon worden als anciauxisme, de ideologie van Lijst Dedecker niet veel meer is dan een dedeckerisme, de denktank Cassandra en het lidmaatschap van Boudewijn Bouckaert ten spijt. Die laatste moest dat trouwens al eens op een pijnlijke manier ondervinden toen hij in een interview met Knack pleitte voor het doorbreken van het cordon sanitaire bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012: hij werd prompt teruggefloten door Jean-Marie Dedecker met de dodelijke one-liner dat «politiek nog wat anders is dan professorale hersenspinsels».
En Boudewijn Bouckaert is de enige niet die al moest ondervinden dat het soms toch beter is eerst eens met de voorzitter te telefoneren vóór men uitlatingen doet in een kranteninterview (een beetje zoals die andere voorzitter in een andere partij ooit ook eens eiste). Zo dacht Isabelle van Laethem, voorzitster van Jong Gezond Verstand, de jongerenafdeling van LDD, in een interview met de krant De Zondag zomaar haar beklag te kunnen doen over de slagzin «Met België als het kan, zonder als het moet», en wou dat de partij duidelijk en onomwonden voor Vlaamse onafhankelijkheid zou kiezen. Zij werd prompt op het matje geroepen, en kreeg van Jean-Marie Dedecker te horen dat het partijstandpunt toch wel meer dan duidelijk genoeg is. Iedereen weet natuurlijk dat dat standpunt helemaal niet duidelijk is, en meer zelfs, bewust onduidelijk is en gehouden wordt omdat Jean-Marie Dedecker de mogelijkheid achter de hand wil houden om vroeg of laat een Franstalige vleugel te kunnen oprichten. Kiest de partij onvoorwaardelijk voor Vlaamse onafhankelijkheid, kan Jean-Marie Dedecker het in Franstalig Brussel en Wallonië wel schudden met een Liste Dedecker en de mogelijkheden die zo'n Franstalige vleugel zou kunnen bieden.
Het is het enige institutionele thema niet waar de partij bewust een zekere onduidelijkheid over wil blijven bewaren. Zo hangt de partij ook het republicanisme aan, maar is de partijvoorzitter ten zeerste verontwaardigd wanneer het Paleis hem «vergeet» uit te nodigen om eens op de koffie te komen in verband met de regeringsonderhandelingen. En toont hij zich enkele weken later blij als een kind wanneer het de koning dan toch eens beliefd heeft hem te ontvangen om hem naar zijn mening te vragen. Niet dat het allemaal veel verschil maakte, maar de erkenning tot de groten te behoren, de media-aandacht, en de kans om voor de rollende camera's nog eens te onderstrepen hoeveel nuttiger een stem voor LDD wel is vergeleken met een stem voor Vlaams Belang, dat wil de republikein zich niet laten ontzeggen. En dat hij in één moeite door het Paleis duidelijk heeft kunnen maken dat hij ondanks zijn ideologisch republicanisme opportunistisch er niet vies van is om eens een gezellige babbel te doen met een gekroond hoofd –versta, en later zich ook de eed te laten afnemen– is ook al mooi meegenomen.
Het laatste brengt ons trouwens meteen ook bij de cruciale vraag over Jean-Marie Dedeckers houding tegenover het Vlaams Belang en het cordon sanitaire: is zijn dubbele houding tegenover het cordon sanitaire, door er enerzijds in woorden tegenstander van te zijn, maar anderzijds in daden een bestendiger van te willen zijn, ingegeven door een ideologische afkeer, of een opportunistische afkeer om zijn kansen op een toekomstige ministerportefeuille gaaf te houden? Laten we niet vergeten dat Jean-Marie Dedecker uiteindelijk niet zelf uit de Open Vld is opgestapt, maar buitengezet moest worden, en er daarbij zijn beklag over deed dat hij verraden werd door zijn ex-partijgenoten die hem toch wel een ministerpost hadden beloofd. Laten we ook niet vergeten dat op het moment van zijn toetreding tot de N-VA het uitzicht op een N-VA-ministerpost voor Jean-Marie Dedecker bijzonder tastbaar was, indien niet concreet beloofd, en hij ook daar uiteindelijk buitengezet moest worden. Lijst Dedecker maakt er een sport van om met de regelmaat van de klok het ontslag te eisen van zowel Vlaamse als federale ministers, maar zelf heeft Jean-Marie Dedecker nog nooit verzaakt aan een mandaat of de mogelijkheid op een mandaat omwille van principiële of ideologische redenen. Ik heb problemen om me voor te stellen dat Jean-Marie Dedecker nog liever in de oppositie zou blijven zitten dan zijn programma te verkopen om samen met de PS, sp.a of Groen! in een regering te stappen. Maar ik kan me natuurlijk vergissen.
Ik twijfel niet aan de oprechtheid van de vele militanten van Lijst Dedecker: er bestaat wel degelijk een gat in de Vlaamse politieke markt tussen Vlaams Belang en de traditionele partijen, een gat dat trouwens zowel door het Vlaams Belang als die traditionele partijen vaker onbewust dan bewust in stand gehouden wordt. Hetzelfde geldt voor een pak van de mandatarissen die zijn komen overgelopen zowel uit de ene als de andere hoek. Maar de klacht van Guy Geens, gewezen voorzitter van Lijst Dedecker Limburg, dat er een aanhoudende sfeer van postjespakkerij zou bestaan in de lokale afdeling kan niet bepaald ophefmakend nieuws genoemd worden. Dat die toestand uniek voor Limburg zou zijn en dat nationaal voorzitter Jean-Marie Dedecker daar niet op de hoogte van zou zijn is al een stuk minder geloofwaardig. Maar indien Lijst Dedecker na de verkiezingen van 2009 op de wip belandt, zullen we volgend jaar rond deze tijd misschien al het antwoord kennen op de vraag in de titel en veel beter weten wat voor vlees er precies schuilt in de LDD-kuip.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten