«Wie gelooft die mensen nog?» Deze vraag is vandaag actueler dan ooit, maar dit verschil dat ze nu van toepassing is op de CD&V. In de Vlaamse media laat een Servais Verherstraeten eerst nog uitschijnen dat hij zo snel mogelijk een stemming in de Kamer over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voorstaat, een dag later gaat Yves Leterme met de Franstaligen «overleg plegen» over de zaak, en nog een dag later laat Hugo Vandenberghe in het RTBf-programma Mise au Point uitschijnen dat de partij een nieuw belangenconflict wenst.
Het kan natuurlijk één groot misverstand zijn dat Hugo Vandenberghe deze middag een nieuw Franstalig belangenconflict vroeg om een stemming in de Kamer opnieuw enkele maanden te kunnen uitstellen, maar dat is dan wel een misverstand waar heel de Franstalige politieke kaste, journalisten inbegrepen, is ingetrapt. De krant Le Soir schrijft bijvoorbeeld dat «il n'a pas demandé expressis verbis le vote d'une nouvelle motion en conflit d'intérêts mais il a rappelé très clairement que l'accord politique au sein du groupe Octopus avait été conclu dans le cadre d'un scénario qui voulait que les partis francophones enclenchent la cascade de conflit d'intérêts à leur disposition.» Blijkbaar ging de CD&V ervan uit dat ze een afspraak met de Franstalige partijen hadden om de belangenconflicten aan mekaar te blijven rijgen. Interessante vraag: was de N-VA van die afspraak op de hoogte? Hoe dit rijmt met de beruchte «vijf minuten politiek moed» en «onverwijld» zijn twee andere vragen, om nog niet te vragen naar de mening van zo'n 800.000 Vlaamse kiezers over deze gang van zaken…
Nog iemand die lelijk in het misverstand van Hugo Vandenberghe getrapt is, is Isabelle Durant van Ecolo. Zij begrijpt niet waarom de Franstaligen al een nieuwe belangenconflict zouden moeten inroepen, aangezien ze toch een afspraak met de Vlamingen hebben dat er niets gebeurt vóór 15 juli. Zij drukt het daarbij plastisch uit: «Pourquoi ouvrir son parapluie quand il ne pleut pas ?». Ze bevestigt hiermee in ieder geval mijn analyse van gisteren dat de Franstaligen er op dit ogenblik geen enkel belang meer bij hebben een nieuw belangenconflict in te roepen om het hachje van Yves Leterme, zijn CD&V en zijn federale regering te redden. Meer zelfs, elk belangenconflict dat ze nu kunnen opsparen voor later zou wel eens goud waard kunnen zijn, en kan een splitsing misschien zelfs over de volgende federale verkiezingen tillen. (Of die dan ongrondwettelijk zouden zijn of niet is daarbij hun probleem niet, wel dat van de Vlaamse partijen.)
Tot slot vermelden we nog iemand die een rake analyse maakte in Mise au Point, Bruno Tobback, die vaststelde dat de Franstalige partijen er meesterlijk in geslaagd waren de CD&V in een moeilijke hoek te drijven, zeker wat hun relatie met kartelpartner N-VA betreft. Als de Franstalige partijen slim zijn en willen, kunnen ze die spanning zelfs nog verder opdrijven door alsnog een motie voor een belangenconflict in te dienen, maar dan in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, met net genoeg onthoudingen zodat CD&V de beslissende stem zou moeten leveren.
Wat de jongste dagen geleerd hebben is dat er een hemelsbreed verschil bestaat tussen de strategische en tactische capaciteiten van de Franstalige en de Vlaamse partijen. Aan Franstalige zijde is men ertoe in staat om over de grenzen van drie verschillend samengestelde regeringen en opposities heen een lange-termijnstrategie uit te werken en in de praktijk om te zetten, om de gemeenschappelijke Franstalige belangen te verdedigen. Aan Vlaamse zijde geldt echter een «ieder voor zich»-mentaliteit waarbij men bereid is desnoods zelfs moeder en kinderen tegelijkertijd te verkopen voor een bord linzensoep om de dag van morgen te kunnen halen. Kan men bij het aanschouwen van dit alles de Franstaligen dan ongelijk geven wanneer zij spotten met dit Vlaamse zootje ongeregeld en er gebruik van maken om hun belangen maximaal te beschermen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten