Verleden week brak er een kleine rel uit over een rapport van de CERD (Comité tegen Rassendiscriminatie van de Verenigde Naties) waarin de Vlaamse Wooncode onder vuur genomen werd. De rol die de Liga voor Mensenrechten daarbij gespeeld heeft is op z'n minst merkwaardig te noemen.
Laten we het maar zeggen zoals het is: de Liga voor Mensenrechten heeft op een achterbakse manier verklikkertje gespeeld via de Franstalige tegenhanger La Ligue des droits de l'Homme. Het eigenlijke bezwaar van de Liga voor Mensenrechten tegen de Wooncode heeft betrekking op asielzoekers en immigranten, maar de vereniging maakt zonder scrupules gebruik van de communautaire kant van de zaak om uit rancune de Vlaamse Regering onnodig in een slecht daglicht te stellen. Was de Liga voor Mensenrechten echt bekommerd geweest om de communautaire aspecten in België en de gevolgen daarvan voor de mensenrechten, dan had zij immers even goed het gebrek aan tweetaligheid in de Brusselse OCMW-ziekenhuizen kunnen aankaarten, of de problematiek rond de MUG-dienst in Halle-Vilvoorde, maar daar pleegde de Liga schuldig verzuim. Een Franstalige inwijkeling die geen door Vlaanderen betaald dak boven het hoofd krijgt omdat hij het beneden zijn waardigheid vindt Nederlands te moeten leren is voor de Liga blijkbaar een veel ergere zaak dan een Vlaams lijk in Halle omdat een Franstalige dokter of verpleger nu eenmaal geen Nederlands wou leren.
Want laten we de zaken even omkeren. Kan iemand het zich voorstellen dat een Vlaming die geen gebenedijd woord Frans zou spreken aan de andere zijde van de taalgrens een sociale woning zou kunnen bekomen? En a fortiori als die dan nog uitdrukkelijk zou weigeren Frans te leren? Het Waalse Gewest heeft daar zelfs geen Waalse wooncode voor nodig: dat zaakje regelt zichzelf wel, en geen haan die daar naar kraait.
Maar stel dat La Ligue des droits de l'Homme in een onbewaakt ogenblik ook die bedenking zou maken, kan iemand zich dan voorstellen dat die Ligue het in haar hoofd zou halen daarover een rapport af te scheiden? En die dan vervolgens door zou spelen naar haar Vlaamse tegenhanger in verband met een bezoekje van de CERD? Men moet al van een goed jaar zijn om zoiets te willen geloven. Voor Franstaligen is het voor anderstaligen immers niet meer dan een mensenrecht verplicht te worden Frans te leren, liefst nog op eigen kosten ook, terwijl het voor Franstaligen uiteraard het hoogste mensenrecht is zich te kunnen onttrekken aan elke verplichting om een andere taal te leren, ook al vestigt men zich pardoes in het midden van de Mongoolse steppe. Het is al bijna een krenking van de mensenrechten van de Belgische Franstaligen dat zij het land moeten delen met een volkje dat te lomp en te boers is om te snappen dat verfransing voor hen alleen maar een zegening zou zijn – dat dat niet opdook in het CERD-rapport is bijna een wonder te noemen, maar misschien heeft La Ligue des droits de l'Homme dat wel achtergehouden voor een volgend rapport.
Laten we trouwens de situatie eens overplaatsen naar een ander land. Ik neem aan dat Duitsers die zich in Spanje vestigen ook Spaans moeten leren als ze daar aan een sociale woning willen geraken, maar zou de Duitse tegenhanger van de Liga voor Mensenrechten het ooit in haar hoofd halen daarover haar beklag te doen bij de CERD? De Duitse liga zou waarschijnlijk nog niet eens snappen wat het probleem zou zijn. En dat ze bij de CERD niet eens de bedenking gemaakt hebben waarom het Vlaams Gewest überhaupt zo'n bepaling in zijn Wooncode heeft opgenomen, spreekt ook al boekdelen. Enige contextstudie was duidelijk niet nodig. En opnieuw: in je eigen geboortedorp verfranst worden is naar CERD-normen misschien wel niet meer dan een mensenrecht, en dus geen probleem.
Er staat in het CERD-rapport trouwens nog één en ander dat de moeite waard is (nou ja). Zo wordt België ook op de vingers getikt en streng aangemaand om zo snel mogelijk wetten aan te nemen om racistische partijen en organisaties, en dan in het bijzonder het Vlaams Belang, te verbieden. Wie had gedacht dat de CERD misschien een beetje kritisch zou zijn over het schijnproces dat tegen het Vlaams Blok werd gevoerd komt zwaar bedrogen uit, maar anderzijds hoeft dat eigenlijk niet te verwonderen als de CERD (al dan niet via-via) de mosterd haalt bij organizaties als, inderdaad, de Liga voor Mensenrechten, één van de burgerlijke partijen in dat schijnproces.
En ook het Minderhedenverdrag komt aan bod in het rapport, uiteraard, met de wens dat België dit verdrag zou snel mogelijk zou ratificeren. Tot slot vindt de CERD dat er in België te weinig anti-racismeprocessen gevoerd worden, en stelt daarom onder meer voor dat er meer informatiecampagnes gevoerd zouden worden rond de wetgeving hierover. Blijkbaar heeft de CERD weet van meer racisme dan nu al door het gerecht behandeld wordt, want iets anders durf ik daar echt niet achter zoeken.
Het is niet moeilijk te concluderen dat de Franstaligen met dit CERD-rapport alweer een slag thuis halen op de internationale scène, maar anderzijds moet het toch ook toegelaten zijn enkele kritische vragen te stellen rond de werkethiek van de CERD-inspecteurs. Men zou toch mogen verwachten dat zulke inspecteurs, die zichzelf ongetwijfeld heel gewichtig zullen voelen –en waarschijnlijk ook niet slecht betaald worden–, zich een beetje willen inzetten in de lokale context. Zeker als men hun arrogante toontje leest waarmee zij aanbevelingen en wensen aanbrengen. Wanneer men er dan bijvoorbeeld in slaagt één enkele concrete paragraaf te lichten uit de wooncode van één van de gewesten, kan het toch niet anders dan merkwaardig genoemd worden dat de opmerking daarrond zo duidelijk blijk geeft van een gebrek aan zelfs nog maar een begin van een studie van de context waarin die wooncode is opgesteld. Of hoe de CERD-inspecteurs zich toch wel heel gemakkelijk laten ontmaskeren als ordinaire afschrijvers van andermans teksten. Nog goed dat hun rapport geen schools huiswerk was, of er zou wat gezwaaid hebben…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten