Statistisk sentralbyrå (Statistiscs Norway, SSB) onderzocht in opdracht van de Noorse Vereniging van Huiseigenaars (Huseiernes Landsforbund) hoe het zat met de belastingen en taksen (onder meer water, riolen en renovatie) in de 100 grootste en nog eens 24 kleinere gemeenten in Noorwegen, en of er een verband was met de partij van de burgemeester in deze gemeenten. Uit de resultaten blijkt duidelijk dat de belastingen en taksen stijgen naargelang de burgemeester linkser is. Vertaald naar het Vlaamse partijlandschap zien de resultaten er als volgt uit:
Partij (NO) | Partij (VL) | Belastingen en taksen |
---|---|---|
Sosialistisk Venstreparti | Groen! | 7.997 NOK |
Arbeiderpartiet | sp.a | 7.885 NOK |
Senterpartiet | (Provinciaal georiënteerd) | 7.625 NOK |
Kristelig Folkeparti | CD&V | 7.443 NOK |
Fremskrittspartiet | Vlaams Belang | 6.860 NOK |
Høyre | VLD | 6.689 NOK |
Het tweede onderzoek toont echter aan dat dat misschien toch niet helemaal het geval is. Prof. Lars-Erik Borge van het Centrum voor Ekonomisch Onderzoek (Senter for økonomisk forskning) in Trondheim en Kjell Sunnevåg van het Maatschappelijk en Nijverheidsonderzoek (Samfunns- og næringslivsforskning) in Bergen onderzochten hoe efficiënt de gemeenten het belastingsgeld gebruiken, en welke parameters hierop invloed hebben. Hun conclusie luidt dat gemeenten minder efficiënt werken naarmate het gemiddelde inkomen in de gemeente stijgt, er een grotere fragmentatie is van het partijpolitieke landschap (een minder duidelijke meerderheid in de gemeenteraad), en er meer linkse politici in het gemeentebestuur zitten. Hun verklaring is dat naarmate het inkomen stijgt, gemeentebesturen niet zo'n grote druk ondervinden om goede gemeentediensten aan te bieden voor een lage prijs. Een fragmentatie van het partijpolitieke landschap zorgt er dan weer voor dat er minder goed bestuurd kan worden, wat ook ekonomische gevolgen heeft.
Een verklaring voor waarom een groter aandeel socialisten in het gemeentebestuur de efficiëntie van de gemeentediensten naar beneden haalt, hebben ze niet. Concreet stellen zij dat een verhoging van het socialistische aandeel in het gemeentebestuur een reductie van de efficiëntie met 1,1% tot gevolg heeft. Het resultaat is statistisch significant, wat betekent dat het effect groter is dan wat toevallige verschillen zouden kunnen veroorzaken. Gevraagd naar meer commentaar zei Borge wel dat ander onderzoek aangetoond heeft dat het gemiddelde inkomen in linkse gemeenten ook hoger is, wat een mogelijke verklaring voor het effect zou kunnen zijn. Ze durven hierover echter geen expliciete uitspraken doen voor er meer onderzoek gebeurd is.
Ook op dit onderzoek reageren de politieke partijen bijzonder voorspelbaar. Voor Minister van Lokaal Bestuur en Regionale Ontwikkeling Erna Solberg (Høyre) komen ze natuurlijk niet bepaald als een verrassing, terwijl Karl Eirik Schjøtt-Pedersen van Arbeiderpartiet zich de vraag stelt of het onderzoek ook rekening houdt met de kwaliteit van de gemeentediensten. Hij vermoedt dat een andere conclusie zou kunnen zijn dat gemeenten met een links bestuur ook betere kwaliteit leveren. Karin Andersen van SV stelt dan weer dat het voor Høyre en Fremskrittspartiet gemakkelijker is om te snijden in het dienstenaanbod. Linkse partijen hebben het daar omwille van ideologische redenen moeilijker mee, en werken dus ook minder efficiënt.
Twee onderzoeken dus die wel niet helemaal hetzelfde onderzocht hebben, maar toch resultaten hebben die in dezelfde richting gaan en die vlak voor de Noorse parlementsverkiezingen perfect in de propaganda van Høyre en Fremskrittspartiet passen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het eerste onderzoek uitgevoerd werd door een staatsinstelling, en dat de resultaten ervan moeilijk in twijfel getrokken kunnen worden. De verdediging van Arbeiderpartiet en SV is daarentegen ondermaats, en vooral Karl Eirik Schjøtt-Pedersen blaast de ene keer koud en de andere keer warm. In zijn reactie op het eerste onderzoek zegt hij dat de gemeentediensten nu eenmaal kosten wat ze kosten, maar wanneer het tweede onderzoek aantoont dat dat niet het geval is, stelt hij dat er een kwaliteitsverschil zou zijn. Indien de kwaliteit van de diensten per kroon werkelijk hoger is in linkse gemeenten, moet dit gecombineerd met hogere belastingen en taksen in totaal al een enorm kwaliteitsverschil opleveren vergeleken met rechtse gemeenten. Mijn slecht karakter zegt me dat Sanner dan wel dichter bij de waarheid zal zitten omdat zijn verklaring nu eenmaal stukken eenvoudiger is: linkse en rechtse gemeentebesturen leveren dezelfde kwaliteit van diensten af, maar in linkse gemeentebesturen is de efficiëntie lager en moet er dus meer betaald worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten